Bacalhauburger

U zocht op:

Wat heb ik nodig:

personen

Spoel de bacalhau onder stromend koud water af. Doe de vis in een schaal met vers koud water en laat 12 uur weken op een koele plek. Ververs het water regelmatig, minstens 3 keer. Laat de puree op kamertemperatuur ontdooien.
Weeg 250 gram bacalhau af. Breng de bacalhau met schoon vers water aan de kook. Kook de vis in 12 minuten gaar. Snipper intussen de ui en hak de knoflook fijn. Verhit in een koekenpan 1 eetlepel olijfolie. Fruit de ui met de knoflook 1 minuut.
Hak de peterselie fijn. Boen de citroen schoon en rasp de gele schil van de vrucht.
Neem de vis uit het kookvocht en laat goed uitlekken. Verdeel de vis met een vork in stukjes. Meng de puree met de bacalhau, de eidooier, de bloem en de gefruite ui met knoflook. Breng de smeuïge puree op smaak met de citroenrasp, de helft van de fijngehakte peterselie en peper.
Vorm met vochtige handen 12 kroketjes van het mengsel. Leg ze op een schaal met vershoudfolie en zet minstens 2 uur in de koelkast om stevig te worden.
Verhit in een koekenpan een flinke laag olijfolie zodat de kroketjes half in de olie liggen. Bak de kroketjes in 4-5 minuten goudbruin en gaar. Keer ze halverwege voorzichtig.
Snijd de broodjes open. Snijd de gegrilde paprika in stukken. Verdeel de tartaarsaus en de paprika over de onderste helften. Leg op elk broodje 3 kroketjes en dek af met de bovenkant.
Tip: Maak meteen een dubbele portie en vries de kroketjes in. Ook lekker als petisco, Portugees voor tapa.

Print dit recept Deel dit recept Omrekentool naar aantal personen Iemand uitnodigen